Binky en Billy zijn beide een Agapornis Roseicollis. Er zijn vele ondersoorten van de Agapornis, maar de Roseicollis is tegenwoordig de meeste gehouden soort. Ze werden al ontdekt in 1793, maar toen de tijd werden ze nog aangezien voor een andere soort. Namelijk de Agapornis Pullaria. In 1817 werden ze pas als een apart soort gezien.
De naam is afgeleid van het Latijns ‘roseus’(rozen) en ‘collum’ (hals). De Agapornis Roseicollis kwam rond 1860 voor het eerst in Europa en is voor het eerst in Duitsland gekweekt door Dr. Brehm. Ook de Agapornis Roseicollis heeft weer een ondersoort. Deze heet Agapornis Roseicollis Catumbella. In 1955 is deze ondersoort pas erkend, maar zover we nu weten komt deze soort nog niet in Nederland voor.
De voorouders van Binky en Billy komen uit Zuidwest-Afrika. Daar leven ze vooral in droge rotsachtige gebieden met bladverliezende bomen. In het wild zitten ze vaak in kleine groepjes van 10 tot 15 soortgenoten.