Inmiddels hebben we al een aantal nesten meegemaakt met de boefjes.
Elk nest verloopt weer anders, maar een paar dingen zijn toch wel standaard.
Zo worden de eieren om de dag gelegd. Billy begint pas met broeden vanaf het moment dat het tweede eitje is gelegd. Ze kunnen een nest maken van minimaal 2 eieren en maximaal 6 eieren. De broedtijd ligt tussen de 21 en 23 dagen.
Onze kleintjes worden niet gevoerd met pap. Ze worden helemaal groot gebracht door de eigen ouders. De reden dat we dit doen, is dat het beter is voor Binky en Billy om een nest volledig groot te brengen.
De meeste broodfokkers geven de kleintjes wel pap. Op deze manier kunnen de kleintjes eerder bij de moeder worden weggehaald. Op het moment dat het vrouwtje een nest niet lang genoeg kan meemaken, zal ze zo snel mogelijk een nieuw nest maken.
De drang om een nest te maken blijft aanwezig, dus het vrouwtje begint weer met een nest maken, eitjes leggen en de fokker haalt de kleintjes weer weg. Dit kan eindeloos door gaan totdat het vrouwtje helemaal op is en het letterlijk haar dood wordt. De meeste broodfokkers hebben weinig gevoel voor de gezondheid van de beestjes. De fokker kan gewoon verder gaan met een nieuw vrouwtje en zo meer nesten krijgen en dus meer geld verdienen.
Het argument over pap geven is vaak dat de kleintjes hierdoor tammer worden. Hier is echter niks van waar. Tuurlijk zullen ze tam worden, omdat ze veel met mensen in aanraking komen en minder met volwassen vogels.
Wij beginnen met tam maken als het laatst geboren kleintje 4 weken oud is. We beginnen met 1 tot 2 keer per dag de kleintjes even 3 minuten uit het kastje te halen. We leggen ze op onze hand en meer niet. De ouders blijven erbij. We lopen met de kleintjes niet weg bij de kooi. Ook de ouders moeten weten dat wij niks doen met de jongen en de jongen moeten weten dat de ouders in de buurt zijn.
Vanaf deze 4 weken gaan we het opbouwen. Met een leeftijd van 5 weken halen we ze 5 minuten uit het kastje en dat ongeveer 2 keer per dag. En zo bouwen we het op, totdat we tijden lang met de kleintjes bezig zijn.
Als de boefjes los lopen dan halen we de kleintjes er langer uit. We knuffelen met ze, praten tegen ze en soms doe ik het hele huishouden met de kleintjes, terwijl de kleintjes op mijn hoofd zitten, onder mijn shirt of verstopt in mijn nek onder mijn haar. Op deze manier leren ze ook geluiden kennen. Denk bijvoorbeeld aan een stofzuiger, een wasmachine of een wc die doorspoelt.
Tussendoor zet ik de kleintjes ook even terug in het nestkastje of de kamer waar de boefjes los lopen, zodat ze eten kunnen krijgen van Binky en Billy en ook met elkaar kunnen spelen en dingen kunnen leren van Binky en Billy. Want de kleintjes leren veel door de ouders te observeren, maar dan moeten ze daar wel de kans voor krijgen.
Uiteraard kost dit veel tijd en veel geduld, maar de kleintjes worden er heel tam van en dat allemaal zonder dat ze al veel te vroeg worden weggehaald bij de moeder.
Als de laatst geborenen 6-7 weken oud is, dan mag het nestkastje worden weggehaald en zullen ze zich moeten redden met de ouders in de kooi. Bij het ene nest kan het met 6 weken al en bij het andere nest wachten we tot 7 weken. Dit hangt helemaal af van de ontwikkeling van de kleintjes.
Als ze ongeveer 6 weken oud zijn beginnen ze te vliegen. Meestal laten wij ze een weekje vliegen. Ook dit kost veel tijd en energie, want de boefjes hebben regels waar ze niet heen mogen vliegen en niet op mogen zitten. Ook voor de kleintjes gelden deze regels, maar je kunt je voorstellen dat als je 6 kleintjes rond hebt vliegen, je wel even bezig bent om alle regels duidelijk te maken.
Na een weekje vliegen gaan wij de kleintjes kortwieken. Meestal heb ik dan al nieuwe eigenaren gevonden voor de kleintjes en het kortwieken gebeurd altijd in overleg met de nieuwe eigenaren. Veel nieuwe eigenaren stemmen in met het kortwieken. Het kortwieken heeft bij ons het voordeel dat ze makkelijker tam worden, omdat ze niet meer weg kunnen vliegen voor ons. Op deze manier kunnen wij ze makkelijker pakken en wennen ze makkelijker aan ons.
De boefjes zijn niet tam en vrij bang voor ons als wij naar ze toe komen.
Dit gedrag gaan de kleintjes overnemen. Maar wanneer ze gekortwiekt zijn, kunnen ze niet weg en leren ze dat wij helemaal niet zo eng zijn als de boefjes denken dat we zijn.
Ook heeft het kortwieken het voordeel dat ze niet tegen de ramen kunnen vliegen, niet per ongeluk de deur uit kunnen vliegen en niet in de keuken kunnen vliegen waar er pannen op het vuur staan.
Uiteraard moet het tam maken ook bij de nieuwe eigenaren worden voortgezet. Wij kunnen een tamme vogel meegeven, maar wanneer er thuis geen aandacht aan besteed word, zal de kleine met een week weer net zo schuw zijn als Binky en Billy.
Als de kleintjes 7 weken oud zijn, dan beginnen ze al zelfstandig zaadjes te eten en te drinken. Ze krijgen nog wel eten van Binky en Billy, maar dit word langzaam afgebouwd door de ouders. Als de kleintjes 8 weken oud zijn, dan mogen ze het nest verlaten. Dan hebben ze alles geleerd dat nodig is en kunnen ze op eigen benen staan.
We hebben wel eens kleintjes gehad die 9 weken moesten blijven, maar ook wel eens kleintjes gehad die met 7 ½ week al weg gingen. Ook dit verschilt per nest. Als de kleine met 8 weken nog niet zelfstandig kan eten, dan blijft het net zo lang bij ons tot het wel zelfstandig kan eten. En als een kleine met
7 ½ week al zo volwassen is en een beetje de rest van de kleintjes begint te pesten, dan is de kleine er klaar voor om te gaan. Dit hangt allemaal af van het gedrag van de ouders, de ontwikkeling van het complete nest en het karakter van de kleintjes.
De kleintjes hebben meestal een zwart snaveltje. Alleen de gele varianten hebben altijd een “normale” kleur snavel gehad. De zwarte kleur van de snavel verdwijnt met ongeveer 4 maanden. Maar ook dit duurt soms bij de een langer dan bij de ander.